Met je autisme op een banner

Door: Marijn Bon

De website van mijn werkgever Swink is toe aan vernieuwing. Een vormgever ontwierp daarom banners en er is een nieuwe slogan voor onze organisatie: ‘Een buitengewoon internetbureau’. Met buitengewone medewerkers, want bij Swink werken medewerkers met een vorm van autisme en een afstand tot de arbeidsmarkt.

Een professionele fotograaf maakt portretfoto’s van ons voor op de teampagina. Voor de fotosessie moet ieder van ons een andere kleur aan. Ik krijg de kleur geel toebedeeld. Een kleur waarvan een fotograaf mij ooit op het hart drukte deze nooit te dragen, omdat het mijn gezicht flets zou maken. A big fashion no-no. ‘Geel staat mij toch niet?’, zeg ik daarom licht in paniek tegen de fotograaf, die het toch wil proberen. Ja, enig gevoel voor drama is mij niet vreemd. ‘Kijk maar naar boven, daar hangen allerlei documenten’, instrueert de fotograaf. ‘Niet echt natuurlijk, maar straks op de banner wel.’ Ik zet mijn meest bedenkelijke gezicht op.

Werknemers met autisme als ambassadeurs

Mijn werkgever ziet mij en mijn collega’s als ambassadeurs, het ‘gezicht’ van de organisatie. Letterlijk. Daarom zijn ik en een aantal collega’s geselecteerd voor de nieuwe websitebanners. Ik ben aanvankelijk enthousiast over dit idee, maar schrik toch als ik deze zin onder mijn banner lees: ‘Dit is Marijn, ze heeft autisme en is extreem georganiseerd.’ Op iedere banner wordt een dienst uitgelicht, die van mij staat voor contentmigratie.

Openheid over autisme versus context

Mijn grootste bezwaar tegen deze zin is de context. Ik ben bij Swink in de eerste plaats een contentspecialist en daarna iemand met autisme. Ik wil dat mijn expertise voorop staat, niet het autisme. Bovendien, wat zegt het feit dat ik autisme heb over mijn kwaliteiten en de diensten van Swink? Een bannertekst is kort en prikkelend en biedt daardoor geen ruimte voor nuancering. Zo is er veel ruimte voor (mis)interpretatie. Ben ik georganiseerd door mijn autisme? Of komt dit meer door mijn gedisciplineerde karakter? Dat is lastig te zeggen.

Discussie in het team

Ook mijn collega’s zijn niet allemaal overtuigd over de uitwerking van hun teksten. ‘Zouden de diensten niet voorop moeten staan op de banners?’, vraagt de één zich af terwijl we de resultaten bespreken in het team. ‘Wat zegt autisme over je vaardigheden? In hoeverre zijn je talenten toe te schrijven aan je autisme?’, aarzelt een andere collega. Ik val bij mijn tekst vooral over het woord ‘extreem’. Waarom wordt hier niet het woord ‘buitengewoon’ uit de slogan gebruikt? En is het gevaar zo niet dat het lijkt alsof organiseren een obsessie (‘fiep’) voor mij is? Ik wil dat mijn professie voorop staat, pas daarna het autisme.

Trots op het eindresultaat

Uiteindelijk wordt de zin omgedraaid: ‘Dit is Marijn. Ze is extreem georganiseerd en heeft autisme.’ Ik ga akkoord met de gekozen zin, omdat de nadruk nu ligt op mijn vaardigheid en daarna pas op het autisme. Ook het luisterend oor en de toelichting van mijn werkgever helpen bij het maken van mijn keuze. De organisatie onderscheidt zich doordat er bij ons medewerkers met autisme werken. Het is ons zogeheten Unique Selling Point en hoort daarom thuis op een prominente plek als een banner. Swink ziet autisme als een positief gegeven en wil daarmee steeds meer naar buiten treden. Hoewel ik dat spannend blijf vinden, ben ik hier een warme voorstander van. Hoe meer openheid we over autisme geven, des te evenwichtiger en positiever de beeldvorming hierover wordt.

Ik ben trots op het eindresultaat, al is het is even wennen om jezelf zo terug te zien op een website. Dit is wie ik ben, een contentspecialist met autisme en een buitengewoon gele trui. Die stiekem best goed staat 😉

4 gedachten over “Met je autisme op een banner”

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *