Door: Frans
De slogan van het onderwijs ‘Iedere dag anders’, is voor mensen met ASS niet echt aanlokkelijk. Want als er iets is wat we niet fijn vinden is het dat! Wij willen regelmaat en structuur.
Tot je er werkt, dan is het ineens helemaal niet elke dag anders. Het is ontzettend regelmatig en gestructureerd. Je start altijd op dezelfde tijd, lessen duren altijd even lang. Je weet aan het begin van het schooljaar precies hoe laat je waar wordt verwacht en wie je te zien krijgt voor de rest van het schooljaar. Hoe gestructureerd is dat!? Fantastisch.
Lesmethodes zijn er om de docent te helpen. Ik ben er niet zo’n liefhebber van, maar voor docenten met ASS zijn die ook het einde. Er staat precies in wat de kinderen moeten doen, moeten leren en hoe ze kunnen oefenen. Voor het hele schooljaar heb je precies het programma al. Er bestaan volgens mij maar weinig werkplekken met meer structuur.
Maar die ‘vervelende’ pubers dan?
Misschien ben ik een vreemde eend, maar ik vind pubers fantastisch. Je weet precies wat je aan ze hebt. Zijn goudeerlijk (op bepaalde gebieden) en ontzettend makkelijk ‘te lezen’.
Een minder goed inlevingsvermogen lijkt in het onderwijs lastig. En ik denk dat dat het ook kan zijn. Tenzij er compensatie voor ontwikkeld is.
En zonder op te willen scheppen, denk ik dat ik dat heb. Ik ben getraind in het herkennen van uitdrukkingen en leer snel ‘standaarden’ bij mensen. Als uitdrukkingen bij mensen afwijken van de ‘standaard’, weet ik dat er iets aan de hand is. Dan kan ik in de context razendsnel deduceren of het positief of negatief is. Het is niet helemaal feilloos, maar het werkt vaak goed. Dus ook bij leerlingen.
Hun uitdrukkingen lijken vaak nog wat meer op de basisuitdrukkingen. Er zijn nog weinig finesses. Dat maakt het makkelijk te lezen. Worstelt een leerling met iets, dan kan ik dat vrij snel op deze manier zien en ze gepaste hulp bieden. Dan is het weer erg makkelijk ASS te hebben. Ik ga dan snel in oplossingen denken, wat vaak is wat ze op dat moment nodig hebben.
Daarnaast krijg ik het idee dat pubers (of kinderen) in het algemeen op een minder heftige manier aanspraak doen op de emotie van de docent. Er is een soort natuurlijke afstand wat het contact minder intensief maakt. Dit heeft natuurlijk ook te maken met het feit dat er een groep tegenover je zit in plaats van een individu. Ik denk dat voor iedereen met ASS de één op één situaties het moeilijkst zijn.
Ook is het zo dat pubers in het onderwijs baat hebben bij regelmaat en duidelijkheid. En wat kunnen docenten met ASS nu juist heel goed bieden? Juist.
Samengevatte pluspunten:
- Vaste tijden van werken voor een heel jaar.
- Lessen zijn gestructureerd doordat ze altijd één lesuur duren.
- Lesmethodes zijn een handleiding voor een programma van een jaar.
- Vaak zijn de data voor vergaderingen en andere zaken vastgelegd voor een heel schooljaar.
- Groep leerlingen doet weinig beroep op emotioneel vlak.
- Leerlingen verwachten regelmaat en duidelijkheid. Onze kracht.
- Pubers zijn makkelijker te “lezen” dan volwassenen.
Keerzijde
Helaas heeft het onderwijs ook minder leuke kanten voor mensen met ASS.
Het vaste rooster wordt voor sommige gebeurtenissen zoals sportdagen, vieringen, workshops, studiedagen etc. gewijzigd of tijdelijk veranderd. Dan vervalt de gehele structuur waar mensen met ASS op kunnen leunen. Deze momenten zijn dan extra stressvol.
Ook de verplichte vakanties hebben zo hun nadeel. Vaak zijn ze net te kort om een nieuwe routine in te bouwen en rust te vinden. En als dat eenmaal gelukt is, dan is de vakantie alweer voorbij. Hoe gek het ook klinkt, voor mij zijn de vakanties niet echt een rustpunt. Puur door het gebrek aan regelmaat en structuur in die periode.
Docenten lijken soms wel de slechtste leerlingen die er zijn. Dat is soms een frustrerende waarneming. Niet luisteren, door elkaar praten en te laat komen. Allemaal zaken waar ze leerlingen strafwerk voor geven. Vreemd toch? Maar ook voor collega’s met ASS extra stressvol.
Tips voor leidinggevenden in het onderwijs
Ik heb het geluk een leidinggevende te hebben die mij begrijpt en ondersteunt. Maar ik kan me voorstellen dat niet alle docenten met ASS dit hebben. Ik begrijp ook heel goed dat bepaalde zaken niet te veranderen zijn. Er zijn nu eenmaal vergaderingen, vieringen, vakanties en andere rooster-wijzigende zaken. Maar ik denk wel dat leidinggevenden aan docenten met ASS een aantal punten kunnen aanpakken om de spanningen bij deze collega’s te verminderen.
- Geef deze collega’s na een vakantie extra tijd om even te acclimatiseren. Plan niet direct een vergadering o.i.d. Vaak hebben docenten met ASS even een paar dagen nodig om weer te wennen aan de structuur.
- Begrijp dat collega’s met ASS tijdens onrustige dagen (bijvoorbeeld op een sportdag) niet in hun kracht zitten. Push ze niet te veel om toch actief deel te nemen. Geef de collega op een dergelijk dag een flinke taak (gekoppeld aan de activiteit). Bijvoorbeeld bij de sportdag de scores invoeren of scheidsrechter zijn bij een sport. Let wel dat het één taak moet zijn, niet drie. Zo’n taak zorgt voor invulling en structuur. En dus ook rust.
- Probeer vergaderingen zo goed mogelijk te laten verlopen. Afspraak is afspraak, tijd is tijd. Start de vergadering om 15.00 uur? Start de vergadering dan ook om 15.00 uur en wacht niet tot iedereen er is. Houd je aan de agenda, wijk niet te veel af. Ik begrijp dat dit soms lastig is, maar voor mij geldt in ieder geval, dat als ik zie dat er actief aan gewerkt wordt, er bij mij meer begrip is. Wordt het op zijn beloop gelaten, dan is er geen begrip en dus ook extra stress.
- Besef dat samenwerken met collega’s niet de sterkste kant is van docenten met ASS. Houdt hier rekening mee tijdens beoordelingen. Reken ze niet af op minder goed samenwerken. Een mindere beoordeling op samenwerking zorgt juist voor extra stress en meer weerstand tegen samenwerken. Een positieve beoordeling, rekening houdend met ASS, kan de collega juist stimuleren om samenwerken proberen te verbeteren. Onthoud dat er wel altijd een wil is!
Leuk en verrassend artikel dat het werken in het onderwijs vanuit een onorthodoxe hoek belicht.
Vooral dat laatste punt…
Kost je telkens je baan!
Ik zit ook al 16 jaar in het onderwijs als eerstegraads docent. Mijn ASS uit zich duidelijk anders. De regelmaat van roosters vind ik wel erg prettig en die korte vakanties zit ik ook niet echt op te wachten om dezelfde redenen. Ik heb echter niet zo’n moeite met samenwerken en leerlingbegeleiding vind ik geweldig. Het is juist wel mooi om tegen een leerling met ASS te bekennen dat je het zelf ook hebt, waarmee je meteen kan bewijzen dat het ook met ASS nog wel wat met je kan worden 😛
Mijn zwakke punten zitten in organisatie en planning. Daarnaast zorgen onduidelijke taken en onverwachte (haast)klussen voor paniek en zelfs soms voor volledig blokkeren. Dat zorgt er niet voor mijn functioneren goed blijft, om het maar voorzichtig uit te drukken ;).
Helaas is het zo dat ik door een (bewuste) verhuizing nu in een krimpregio woon, waardoor het nagenoeg onmogelijk is om in mijn vakgebied (aardrijkskunde) een vaste plaats te vinden. Het lijkt er steeds meer op dat ik een ander werkveld moet gaan zoeken. De grote vraag is nog wat dat dan moet worden en hoe ik dat voor elkaar ga krijgen…
Hoi Wilko,
Wat gaaf om te zien dat blijkbaar iedere ASS’er uniek is.
“we” hebben allemaal zo onze krachten en valkuilen.
Her en der is ook nog wat overlap, anders had de DSM niets met ons gekund 😉
Ik begrijp het probleem van krimpregio’s. Ik zie de problemen hier ook.
Al zit ik met een vast contract en een wat centralere rol in de school vooralsnog redelijk safe.
Het is cliché, maar het beste kan je van je passie uitgaan en daar in zoeken. Dat zal vast een hoop teweeg brengen, maar het kan!
Aardrijkskunde is een mooi vak, maar je kan er veel meer mee dan lesgeven lijkt me!
Maar goed, ik heb de wijsheid ook niet in pacht.
Succes met alles Wilko!