Het ontstaan van het autisme spectrum

Door: Peter Teeuwen

Voordat u verder leest wil ik een voorbehoud maken: ik ben geen expert op het gebied van ontwikkelingspsychologie, ik ben ook geen psychiater of op een andere manier deskundig op dit terrein. Mijn theorie is gebaseerd op eigen waarneming en mijn eigen denkproces. En ook wel mijn eigen ervaringsdeskundigheid op het gebied van autisme.

Nu dan mijn theorie:

Wanneer je een jong kind bent, zeg in de leeftijd van 4 jaar, dan ga je bezig met het verwerken van prikkels die op je afkomen. Als je autisme hebt, dan is die prikkelverwerking anders dan wanneer je geen autisme hebt. Ieder mens maakt keuzes in het toelaten en verwerken van prikkels, ook al zijn we ons daar vaak niet van bewust. Mensen met autisme maken vaak andere keuzes, omdat bepaalde prikkels te heftig zijn, zoals: het aankijken van mensen, het aanraken van mensen, het verwerken van geluiden en licht.

Dit is het begin van het ontstaan van het spectrum:

Afhankelijk van je karakter, je intelligentie en je omgeving ‘kies’ je voor het toelaten of uitsluiten van bepaalde prikkels. In principe kun je op twee manieren reageren op een prikkel die lastig voor je is: je kunt proberen deze prikkel te vermijden, of je kunt – juist het tegenovergestelde – proberen de prikkel te beheersen. Dit is ook de reden dat door deskundigen vaak het autisme niet herkend wordt: iemand maakt normaal oogcontact, dus geen autisme. Je wordt dan dus eigenlijk slachtoffer van je eigen ijver om de nare kanten van je autisme te overwinnen.

Iets concreter

Misschien is het allemaal toch te abstract. Ik zal proberen daar wat aan te doen met een wat concreter voorbeeld. We nemen voor het gemak maar weer dat je het moeilijk vindt om oogcontact te maken, iets waar veel mensen met autisme last van hebben, denk ik. Dus stel dat je het moeilijk vindt om mensen aan te kijken, het maken van oogcontact. Je kunt dan zeggen: ik kijk mensen gewoon niet aan, dan heb ik daar ook geen last van. Je kunt ook zeggen: ik wil leren om mensen aan te kijken en dan ga je dus oefenen om die prikkel voor jezelf beheersbaar te maken. Mijn overtuiging is, dat je niet alles kunt leren, maar wel veel meer dan je misschien zelf zou denken. Mijn advies is dan ook om zo snel mogelijk te gaan oefenen als je denkt (of als je vader, moeder of begeleider) dat dat voor jezelf beter is om ergens wél tegen te kunnen.

Wat heeft dit alles met het ontstaan van autismespectrum te maken?

Het autismespectrum ontstaat dus doordat mensen verschillend zijn en verschillende routes kiezen in hun leven, afhankelijk van karakter, intelligentie en omgeving. Ik ben ervan overtuigd dat er veel meer mensen autisme hebben dan nu bekend is. In feite doet dat er niet toe. We zijn allemaal mensen, maar het zou wel mooi zijn als mensen met autisme meer begrip zouden krijgen en dat er meer gebruik zou worden gemaakt van hun specifieke kwaliteiten.

Als je ervoor kiest om geen weerstand te bieden aan vervelende prikkels, maar die uit de weg te gaan, dan word je een Kees Momma, iemand die in mijn optiek nergens tegen kan en maar op een beperkt niveau kan functioneren in de maatschappij.
Natuurlijk, iedereen mag zelf kiezen of hij zich specialiseert in iets of niet. Als je het omgaan met mensen maar ingewikkeld vindt, kun je ervoor kiezen om je te verdiepen in auto’s, en daar zoveel energie in te stoppen dat je alles weet van auto’s. Dat is lekker veilig. Maar ik betwijfel of dat zo’n bewuste keuze is.

Misschien denkt u nu verontwaardigd: je hebt makkelijk kletsen, maar doe het maar eens. En natuurlijk, er zijn wel factoren die van invloed zijn, zoals je karakter, je doorzettingsvermogen bijvoorbeeld, maar ook je intelligentie speelt een belangrijke rol. Als je intelligenter bent heb je nu eenmaal meer inzicht en meer mogelijkheden om met je autisme om te gaan. En ook je omgeving is natuurlijk van belang. Kun je het Kees Momma kwalijk nemen dat hij altijd zo beschermd is door zijn moeder? Althans, dat vermoed ik.

Wil je meer weten over deze visie op autisme? Kom op 18 november a.s. naar de bijeenkomst!

2 gedachten over “Het ontstaan van het autisme spectrum”

  1. Ik denk ook dat Kees Momma vaak te beschermd is opgevoed. Hij heeft ook hoge verwachtingen van anderen om hem heen. Bijvoorbeeld dat iemand die met een bladblazer bezig is dat ding maar voor zijn rust weer uit moet zetten. Zo werkt de wereld nou eenmaal niet. Met vallen en opstaan heb ik dat ook moeten leren. Anders kan je inderdaad op een gegeven moment bijna geen kant meer op. Opgesloten in je eigen bubbel.

  2. Ik ben het met Aline eens, ondanks dat een persoon (jong of oud) een beperking heeft, wil dat niet zeggen dat de gehele omgeving zich daar aan moet aanpassen. Ik heb zelf pas op mijn 40e de diagnose autisme gekregen en heb mij ook vaardigheden weten aan te leren om mij staande te houden in de wereld. Nu zie ik vaak dat jongere kinderen te veel in de watten worden gelegd en te veel aan hun eisen worden voldaan. Dat vind ik geen goede aanpak, je leert het kind hiermee niks nuttigs, behalve dat het altijd zijn zin moet krijgen als iets anders verloopt dan gepland. Voed kinderen met een beperking normaal op, leer hun dat het leven vol veranderingen en onzekerheden zit, betuttel hun niet en verwen hun niet, dat maakt ze alleen maar zwakker en instabieler. Het enige dat belangrijk is bij de opvoeding en aanpak van volwassenen en met name kinderen met autisme is dat je vooral heel duidelijk en consequent moet zijn. Dat je bij het aanleren van vaardigheden wel rekening houdt met hun beperkingen, maar betuttel ze niet, want het leven is al moeilijk genoeg voor mensen zónder een beperking, dus maak van deze categorie geen muurbloempjes, die zullen het leven namelijk niet aankunnen :/

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *